Overzicht recente wetteksten
BS 06.06.03
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen
zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen, en de artikelen 32 en 69, van de wet van
16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot
modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven
op 18 februari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting
van 14 maart 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, ingevoegd bij de wet
van 4 augustus 1996;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de
inwerkingtreding op 1 juli 2003 van de artikelen 4 en 5 van de wet van 16
januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot
modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;
Overwegende dat voornoemde artikelen voorzien in de
registratie bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van alle rechtspersonen,
daaronder begrepen die bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de
verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder
winstoogmerk en de stichtingen, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door het
streven om het stelsel inzake registratie bij de Kruispuntbank van Ondernemingen
van alle rechtspersonen bedoeld in de wet van 16 januari 2003 op hetzelfde
tijdstip in te voeren;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de
wens aan de rechtspersonen bedoeld in de wet van 27 juni 1921 de mogelijkheid te
bieden zich binnen een redelijke termijn te kunnen voorbereiden op de nieuwe
verplichtingen die hen worden opgelegd.
Gelet op het binnen een termijn van drie dagen gegeven van 1
april 2003 advies 35.134/2 van Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inwerkingtreding
Artikel 1. De artikelen 1 tot 10, eerste lid, 11 tot 16, 18
tot 36, 38 tot 52, 54 tot 58 van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de
verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari 2003 tot
oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het
handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende
diverse bepalingen, treden in werking de dag van de inwerkingtreding van titel 3
en 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van
Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van
erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, en uiterlijk op 1
januari 2004.
Art. 2. De artikelen 17, 37 en 53 van de wet van 27 juni 1921
waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van
openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, gewijzigd bij de wet van 2
mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale
verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari
2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering
van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en
houdende diverse bepalingen, treden voor het eerst in werking in het boekjaar
dat op 1 januari 2004 of na deze datum aanvangt.
Art. 3. Artikel 10, tweede lid, van de wet van 27 juni 1921
waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van
openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet
van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de
internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet
van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot
modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, treedt in werking op 1
januari 2005.
Art. 4. De artikelen 1 tot 4, 42 tot 65, 67 tot 68 van de wet
van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de
internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, treden in
werking de dag van de inwerkingtreding van titel 3 en 4 van de wet van 16
januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot
modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende
ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, en uiterlijk op 1 januari
2004.
HOOFDSTUK II. - Aanpassingstermijnen
Art. 5. De verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen
en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1 januari 2004
rechtspersoonlijkheid hebben verworven, beschikken vanaf die datum over een
termijn van een jaar om de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 2,
2bis, 2ter, 3bis, 3ter, 10, eerste lid, 11, 13, 13bis, 16, 26, 26novies , 28,
31, 32, 33, 47, 48, 51 en 54 na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan
de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen.
Art. 6. De verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen
en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1 januari 2004
rechtspersoonlijkheid hebben verworven, beschikken vanaf 1 januari 2004 over een
termijn van een jaar om de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 17,
37 en 53 na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen
zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen.
Art. 7. De verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1
januari 2004 rechtspersoonlijkheid hebben verworven, beschikken vanaf 1 januari
2005 over een termijn van een jaar om de verplichtingen die voortvloeien uit
artikel 10, tweede lid, na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de
verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut
rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002
betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen
zonder winstoogmerk en de stichtingen.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in
het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Justitie is belast met de
uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN